EEN FIJNE MIDDAG

By Heidi

Lunchtijd op de Ponderosa.

Ben, Adam en Mitch Cartwright zaten aan tafel te eten.

“Pappa, jij gaat toch zo weg?”, vroeg Mitch voor de zoveelste keer.

“Ja, maar ik ben wel voor het avondeten terug”, antwoordde Adam.

“We eten nu toch ook?”, vroeg de jongen verbaasd.

“Ja, maar het is nu middag en als we weer aan tafel zitten is het avond. En dat noemen we avondeten”, zei Ben.

“Mitch, kun je nu even je mond houden en dooreten?”, vroeg Adam.

Het was even stil aan tafel.

Toen vroeg de jongste Cartwright:“Hoe kan ik nou dooreten en tegelijk mijn mond houden?”

Ben glimlachte en Adam zuchtte diep.

“Pa, vind u het niet erg om op dat jochie te passen?”, vroeg Adam aan Ben.

“Welnee, ik doe het juist graag. Ik zie mijn kleinzoon al veel te weinig naar mijn zin”, antwoordde Ben.

“In dat geval neem ik hem mee”, zei Adam plagend.

“Ik blijf hier bij opa”, reageerde Mitch direct.

“Ga jij met opa samenspannen tegen mij?”, vroeg Adam.

Mitch knikte. Adam haalde diep adem en keek naar zijn nageslacht van drie jaar.

“Vooruit dan maar. Gedraag je”, zei hij.

Mitch kreeg nog een afscheidskusje van zijn vader en gaf er eentje terug. Adam Cartwright ging na de lunch weg voor een aantal zaken omtrent de Ponderosa.

Om extra lief te zijn hielp Mitch zo goed hij kon Hop Sing bij het afwassen. De jongen zag het zeepsop en ook de bellen.

“Kijk Hop Sing, de bellen vliegen”, zei de jongen.

“Inderdaad”, zei de Chinese kok.

Mitch was zo onder de indruk van de zeepbellen dat hij niets meer zei.

Na de afwas kwam Mitch terug in de woonkamer. Ben zat in zijn kantoor te werken toen zijn kleinzoon na de afwas bij de trap ging spelen met Cody zoals hij dat altijd deed.

“Cody, heb jij wel eens bellen gezien die kunnen vliegen?”, vroeg de jongen na een poosje aan de hond.

“Woef”, zei de herder wat nee betekende.

“Ikke wel”, antwoordde Mitch triomfantelijk.

Ben keek op en ging zich met zijn kleinzoon bemoeien. Hij liet zijn administratie voor wat het was en liep naar de jongen en hond.

“Wat waren dat voor bellen?”, vroeg de rancher.

“Nou, toen Hop Sing en ik aan het afwassen waren kwamen er allerlei bellen naar boven. Ze gingen omhoog dus vlogen ze”, legde Mitch uit.

Ben dacht even na en begon toen te lachen.

“Je bedoelt zeepbellen?”, vroeg hij lachend.

Mitch knikte en vroeg toen:“Opa, u rookt pijp. Kan u dan ook bellen blazen?”

“Ik kan het allicht proberen”, zei Ben.

Hij liep naar de keuken en richtte zich tot de kok.

“Hop Sing, Mitch vertelde mij en Cody over de zeepbellen die er waren tijdens de afwas. Nu vroeg Mitch of ik bellen kon blazen. Dus als jij wat sop maakt….”, zei de rancher.

“Natuurlijk Hop Sing meteen zeepsop maken en daarna thee”, zei de kok.

Ben knikte glimlachend en ging terug naar de woonkamer waar Mitch en Cody waren.

“Hop Sing maakt het zeepsop en thee. Zal ik je ondertussen een verhaal vertellen?”, vroeg Ben.

“Goed. Laten we hopen dat Hop Sing geen thee van zeepsop maakt”, merkte de jongen op.

“Ik denk niet dat hij dat zal doen”, zei Ben.

Hij ging op de bank zitten en Mitch kroop naast hem en Cody lag bij de bank.

Ben begon te vertellen:“Er was eens een kleine jongen die op een grote ranch woonde.”

“Net als ik”, zei Mitch vlug.

“Ja”, ging Ben verder, “Maar deze jongen was zeer stout geweest. Ik zal eens vertellen wat hij gedaan heeft. Hij had de suikerpot met zout gevuld en die op het dienblad gezet. Toen men koffie nam en een paar scheppen namen hadden ze er zout in.”

“Dat zouden oom Hoss en oom Joe ook doen”, zei Mitch.

“Inderdaad”, zei Ben zuchtend.

“Kreeg hij straf?”, vroeg de jongste Cartwright.

Ben vervolgde het verhaal:“Jazeker. Direct nadat men de zout in de suikerpot ontdekte nam de vader de jongen mee naar de schuur. Daar kreeg de boef een flink pak slaag. Huilend beloofde de jongen dat hij het nooit meer zou doen.”

Mitch was onder de indruk van de straf want hij was er stil van.

“Zullen we kijken of Hop Sing de thee al klaar heeft?”, vroeg de rancher.

“En daarna de zeepsop”, zei Mitch.

Ze stonden op en liepen naar de keuken waar de kok de thee net gezet had.

“Hop Sing thee en cake binnenbrengen”, zei de trouwe kok van de Ponderosa.

Ben en Mitch liepen terug naar de woonkamer. Hop Sing kwam even later met de beloofde thee en cake.

“Kleine Mitch thee met melk”, zei de kok terwijl hij de thee inschonk.

Mitch had niet veel tijd om thee te drinken en richtte zijn blik op zijn opa.

“Opa, waar is het zeepsop?”, vroeg de jongen.

“Ik zal het even pakken”, zei de rancher.

Hij stond op en liep opnieuw naar de keuken. Even later kwam de rancher terug met een schaaltje met zeepsop. Hij ging zitten, doopte zijn pijp in het natte spul en blies zo bellen. Mitch had de grootste lol en probeerde met Cody de bellen te pakken maar dat lukte natuurlijk niet.

Op een gegeven moment kwam Candy thuis. De voorman zag Ben bellen blazen en moest erg veel moeite doen om zijn lachen in te houden. Daarom ging hij snel naar buiten om te lachen.

Hoss en Little Joe kwamen aanrijden en zagen de voorman lachen. Ze begrepen er niets van.

“Hij moest zeker iets ongewoons gezien hebben want anders zou hij niet zo hard lachen”, zei Little Joe ongerust.

Ze stopten hun paarden en stegen af. Hierna liepen ze naar de voorman toe die tranen in zijn ogen had van het lachen.

“Mogen wij ook meedelen in de pret of hou je het liever voor jezelf?”, vroeg Hoss.

“Je vader is aan het oppassen op Mitch en ik weet niet wie nu het kind is: Mitch of Mr Cartwright”, lachte Candy.

De broers keken elkaar stomverbaasd aan.

“Mitch natuurlijk”, zei Hoss.

“Dat zou je toch niet zeggen als je jouw vader bellen zag blazen”, reageerde de voorman.

Nu kwamen Hoss en Little Joe ook niet meer bij van het lachen.

Na het bellen blazen las Ben zijn kleinzoon nog een lang verhaal voor waardoor de jonge Cartwright erg moe werd.

Door het bellen blazen en het voorlezen door zijn opa was Mitch erg moe geworden en daarom at hij eerder dan de rest. Na zijn avondeten werd de jongen door Ben naar bed gebracht waar hij al heel snel in slaap viel na een fijne middag op de ranch.

THE END

RETURN TO LIBRARY